maandag 19 januari 2015

Adriaan van Dis

Maar wie kent La Grande Épicerie du Bon Marché bij nacht? Als de voorraad wordt geteld en werkers uit de buitenwijken de schappen vullen – dunhuidig als ik ben, zie ik dat aan, in het besef dat bukken van alle tijden is. Nog later komen de krantenmannen bijeen, die tot diep in de nacht onder de luifels dagbladen en tijdschriften sorteren. Het is dan een komen en gaan van scooters en auto's die de stapels weer naar de buurtkiosken rijden. Soms blijven de schappenvullers hangen en klinkt er muziek uit een gettoblaster. Ik loop wel eens langs, zo tegen twee, drie uur 's nachts, als ik het te laat heb gemaakt. (Overkomt me alleen in Parijs waar het chic is na tienen aan tafel te gaan.) Na een slok te veel durf ik een krant af te troggelen en een praatje te maken. Laatst nog, met een jongen die tussen de kranten stond te swingen. Hij vroeg me om een sigaret. 'Helaas, ik rook niet meer,' zei ik. Ook zijn collega's zaten zonder tabak.
  
Uit: Stadsliefde – Scènes in Parijs

1 opmerking:

  1. Dag Arda,
    Wat een supercombinatie, je zou er bijna weer van gaan roken!
    Groet,A

    BeantwoordenVerwijderen