donderdag 30 januari 2014
woensdag 29 januari 2014
Willem Elsschot
Na 't avondeten zat hij stil bij de kachel, schijnbaar verdiept in het overwegen van zijn zonden, doch wanneer De Keizer plotseling zo grimmig en onduidelijk mogelijk commandeerde 'mijn pijp' of 'mijn sloffen', dan vloog hij als een haas de kamer uit en in minder dan geen tijd lag 't gevraagde op tafel of voor vaders voeten.
Een paar keer waagde hij ’t zelfs zijn vader tegemoet te komen, door precies te raden wat hij ging opeisen en te zeggen 'uw krant, pa?' 'uw pijp, pa?' vóór De Keizer zelf het woord had uitgesproken.
'Ja, snotneus, zéker de krant,' vloekte vader dan. En ééns had hij bij een dergelijke gelegenheid in zijn gramschap een bord stukgeslagen.
'Ga naar die meiden toe en sla dáár de boel stuk, hoor' had moeder geroepen. 'De jongen doet immers geen kwaad.'
Uit: Een ontgoocheling
Een paar keer waagde hij ’t zelfs zijn vader tegemoet te komen, door precies te raden wat hij ging opeisen en te zeggen 'uw krant, pa?' 'uw pijp, pa?' vóór De Keizer zelf het woord had uitgesproken.
'Ja, snotneus, zéker de krant,' vloekte vader dan. En ééns had hij bij een dergelijke gelegenheid in zijn gramschap een bord stukgeslagen.
'Ga naar die meiden toe en sla dáár de boel stuk, hoor' had moeder geroepen. 'De jongen doet immers geen kwaad.'
Uit: Een ontgoocheling
dinsdag 28 januari 2014
maandag 27 januari 2014
zondag 26 januari 2014
zaterdag 25 januari 2014
vrijdag 24 januari 2014
donderdag 23 januari 2014
woensdag 22 januari 2014
Arnon Grunberg
'Soms praat ik met je, Tirza. Dat weet je ook. Dat weet je heel goed. En ik lees je vaak voor uit de krant. De grappige stukjes. Ook dat weet je.'
'Het maakt niet uit, papa. Op jouw manier ben je lief. Op jouw manier ben je heel lief. En dat je grappige stukjes uit de krant voorleest terwijl we aan het eten zijn, vind ik ook leuk. Ik vind ze niet altijd grappig, maar oké. Jij vindt ze grappig. En dat is het belangrijkste. Maar mag ik je wat vragen, nu we toch aan het praten zijn, nu we geen grappige stukjes uit de krant aan het voorlezen zijn, mag ik je iets vragen?'
'Ja, natuurlijk,' zei Hofmeester. 'Alles, Tirza. Alles, wat je maar wilt.'
'Waarom heb je dat mens niet de deur uit geschopt?'
Uit: Tirza
'Het maakt niet uit, papa. Op jouw manier ben je lief. Op jouw manier ben je heel lief. En dat je grappige stukjes uit de krant voorleest terwijl we aan het eten zijn, vind ik ook leuk. Ik vind ze niet altijd grappig, maar oké. Jij vindt ze grappig. En dat is het belangrijkste. Maar mag ik je wat vragen, nu we toch aan het praten zijn, nu we geen grappige stukjes uit de krant aan het voorlezen zijn, mag ik je iets vragen?'
'Ja, natuurlijk,' zei Hofmeester. 'Alles, Tirza. Alles, wat je maar wilt.'
'Waarom heb je dat mens niet de deur uit geschopt?'
Uit: Tirza
dinsdag 21 januari 2014
maandag 20 januari 2014
zondag 19 januari 2014
zaterdag 18 januari 2014
vrijdag 17 januari 2014
donderdag 16 januari 2014
woensdag 15 januari 2014
Charlotte Mutsaers
Dat zullen historici niet met u eens zijn.
Weet ik ja, en de meeste juristen en journalisten ook niet.
Maar ruis maakt de dienst uit, wat er ook gebeurt: ruis maakt de dienst uit!
Neem dat maar van me aan, ik heb het zelf ervaren. En als een vis een keertje
in een krant wordt gewikkeld, voor de goedkoop of omdat er geen pakpapier
aanwezig was, dan is dat geen belediging voor de journalist in kwestie maar
voor de vis.
Uit: Rachels rokje
dinsdag 14 januari 2014
maandag 13 januari 2014
zondag 12 januari 2014
zaterdag 11 januari 2014
J.C. Bloem
DE DAPPERSTRAAT
Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De’ in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.
Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
Verregend, op een miezerigen morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
Uit: Verzamelde gedichten
Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De’ in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.
Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
Verregend, op een miezerigen morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
Uit: Verzamelde gedichten
vrijdag 10 januari 2014
donderdag 9 januari 2014
woensdag 8 januari 2014
dinsdag 7 januari 2014
maandag 6 januari 2014
zondag 5 januari 2014
zaterdag 4 januari 2014
vrijdag 3 januari 2014
donderdag 2 januari 2014
woensdag 1 januari 2014
Abonneren op:
Posts (Atom)