'Soms praat ik met je, Tirza. Dat weet je ook. Dat weet je heel goed. En ik lees je vaak voor uit de krant. De grappige stukjes. Ook dat weet je.'
'Het maakt niet uit, papa. Op jouw manier ben je lief. Op jouw manier ben je heel lief. En dat je grappige stukjes uit de krant voorleest terwijl we aan het eten zijn, vind ik ook leuk. Ik vind ze niet altijd grappig, maar oké. Jij vindt ze grappig. En dat is het belangrijkste. Maar mag ik je wat vragen, nu we toch aan het praten zijn, nu we geen grappige stukjes uit de krant aan het voorlezen zijn, mag ik je iets vragen?'
'Ja, natuurlijk,' zei Hofmeester. 'Alles, Tirza. Alles, wat je maar wilt.'
'Waarom heb je dat mens niet de deur uit geschopt?'
Uit: Tirza
Geen opmerkingen:
Een reactie posten