zaterdag 13 december 2014

Charlotte Loetz


Wim Brands

Hij ziet een man die een bank schoonveegt, een krant uitvouwt,
een vrouw die een kind troost: hij wil niet vertrekken.

Er is een jongen. Er is een zenuwachtig meisje. Hij wijst
haar een nest in een nok, de rode kelen.

Dit is het geheim, denkt hij. Hij kijkt naar de mensen
om zich heen en ziet dat het mimespelers zijn

die treinreizigers spelen

Uit: 's Middags zwem ik in de Noordzee

woensdag 10 december 2014

Stephen Armstrong


Philip Huff

   'Eh, trouwens, dat boek dat je gaf, over dat echtpaar in de jaren vijftig...'
   'Ja?'
   'Ik las het.'
   'En?'
   'Wil je me nooit meer zo'n boek geven? Oké?'
   'Oké.'
   'Ja, maar echt niet. Die man, op dat kantoor. Dat is mijn leven. Dat begint 's ochtends al. Met die trein en die mensen en die collega's die je aanspreken, over de schutting van je krant heen. En dan die wandeling en dat pasje, dat ik dan moet laten zien. En die meisjes van de hospitality, die daar staan. Dat is daar precies zo! Daar wil ik niet over lezen. Als ik lees wil ik ontsnappen uit mijn leven, niet dieper in die put zakken en daar de weerklanken horen van anderen die mij voorgingen.'

Uit: Boek van de doden

donderdag 4 december 2014

Nina Roberts


John Williams

   Nu haalde hij uit zijn zadeltas een smalle lepel en een verkreukeld stuk krantenpapier. Met de lepel mat hij een hoeveelheid kruit af. Daarna hield hij een huls boven de geopende kist met kruit en vulde hem tot driekwart met het zwarte kruit. Om het kruit vlak te krijgen, gaf hij met de huls een harde tik op de rand van de kist, en met zijn vrije hand scheurde hij een stukje van het verkreukelde krantenpapier af en propte dat in de huls. Uiteindelijk pakte hij een van de loden kogels en ramde die met de muis van zijn hand in de geladen huls. Waarna hij de rand van de messing huls ter hoogte van de achterkant van de kogel met zijn witte tanden vastknelde, en de patroon nonchalant op de derde stapel wierp.

Uit: Butcher's Crossing

dinsdag 25 november 2014

Rik Wouters


Judith Herzberg

GEZICHTEN

Zo veel gezichten zie ik die niet jou zijn
ik raak er aan gewend. Misschien
had ik je in een menigte niet eens herkend.

Maar dan; een woordje in de krant
springt soms van 5 kolommen ver uit zijn verband
en komt onder mijn ogen hangen
opvallend, of het het jouwe was.

Uit: Strijklicht