Hij ziet een man die een bank schoonveegt, een krant uitvouwt,
een vrouw die een kind troost: hij wil niet vertrekken.
Er is een jongen. Er is een zenuwachtig meisje. Hij wijst
haar een nest in een nok, de rode kelen.
Dit is het geheim, denkt hij. Hij kijkt naar de mensen
om zich heen en ziet dat het mimespelers zijn
die treinreizigers spelen
Uit: 's Middags zwem ik in de Noordzee
een vrouw die een kind troost: hij wil niet vertrekken.
Er is een jongen. Er is een zenuwachtig meisje. Hij wijst
haar een nest in een nok, de rode kelen.
Dit is het geheim, denkt hij. Hij kijkt naar de mensen
om zich heen en ziet dat het mimespelers zijn
die treinreizigers spelen
Uit: 's Middags zwem ik in de Noordzee
Geen opmerkingen:
Een reactie posten