Den derden keer keken zij beiden gelijk op.
'Ja?' zei ze.
'Tja....' zei hij.
Zij zwegen weer. Zij liet een pen vallen, en terwijl zij bukte om die op te
rapen, omvatten in één vluggen opslag haar oogen de kamer.
Toen sprak zij kalm.
'Als jij het noodig vindt, dan moet het gebeuren.'
Hij schraapte.
'Kijk eens; 't valt me hard. Maar.... er is een tijd van komen, er is een tijd
van gaan - zegt de Genestet. Dat is waar. En voor mij
is nu de tijd gekomen om te gaan.'
'En voor mij - uit dit huis,' dacht ze.
Uit: De klop op de deur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten