dinsdag 25 februari 2014

Mara Grubert


Wim Hofman

Soep maken is geen kunst.

Een handje zand
      gooide ze in de soep,
      vuil van de vloer,
      een stukje van de mat,
      haren van de kat,
      een stukje oude krant
      met berichten van een brand,
      pasgeboren olifant,
      bomaanslag in Baskenland. 

Uit: Klein Duimpje

dinsdag 18 februari 2014

Paul Robinson


Armando

   Ze zal nooit over m'n tekeningen heen lopen, nooit. Er werd eens gescheld, ze liep blaffend naar de deur, maar remde plotseling af: er lagen drie tekeningen op de grond. Ze loopt wel over een krant heen, maar nooit over een tekening. Ze weet dat er een verschil is tussen een krant en een kunstwerk.

Uit: Dierenpraat en andere dierverhalen

dinsdag 11 februari 2014

Sigurd Swane


Knut Hamsun

Ze maakte ook toespelingen op de verzoeking in Bergen – daar moest je oppassen! Maar toen ze zoo zaten te praten, vroeg ze hem zich op een courant te abonneeren, een Berger courant, zoodat ze zien kon wat er in de wereld gebeurde. Ze was gewend geraakt aan lectuur, aan tooneel en muziek. 't Was hier zoo stil!
   Omdat Aksel Ström zoo gelukkig geweest was met zijn hulp voor 't zomerwerk, abonneerde hij zich op 't blad en verdroeg, dat de familie Brede tamelijk dikwijls op zijn ontginning kwam en daar onthaald werd. Hij wilde toonen, dat hij zijn dienstmeisje waardeerde. Niets kon gezelliger zijn dan de Zondagavonden, als Barbro op de guitaar speelde en er met haar heesche stem een beetje bij zong;  hij werd bewogen door die vreemde mooie liedjes, en ook doordat daar werkelijk iemand op zijn ontginning zat te zingen.

Uit: Hoe het groeide

woensdag 5 februari 2014

Carol Monacelli


Remco Campert

  Het kon Richard niet zoveel schelen. Het liefste was hij nu met Tovèr de stad ingelopen, die op dit uur ondanks het weer zoemde van leven. Een krant kopen bij een kiosk op de Champs-Elysées, in een zijstraat een café in en verder maar zien wat ervan kwam. Misschien keerde er iets terug van het gevoel van vroeger, hun vanzelfsprekende vriendschap, het idee dat hun lot met elkaar verbonden was en dat de wereld voor hen open lag.
    'Weet je nog hoe we eindeloos door Parijs liepen?' 
   Tovèr liet een vermoeide zucht horen en knikte. ´Dat hoeft gelukkig niet meer.´
   Richard schrok van het antwoord.
    'Verlang je soms niet terug naar die tijd?'
    'Niet vaak. Jij wel?' 
    'Ja. Het blijft aan me zuigen.'
    'Mijn leven begon pas daarna.'

Uit: Een liefde in Parijs