zondag 8 juni 2014

Karl Hofer


Jens Christian Grøndahl

   Haar zus was een jaar daarvoor getrouwd met een man die een landgoed bij Randers had geërfd, en het lag voor de hand dat Ada eens zou moeten overwegen om van haar voetstuk af te dalen. Het werd niet direct gezegd, maar haar vader had het er al een paar keer over gehad dat de mogelijkheden in het leven niet onuitputtelijk waren, en haar moeder begon haar buitengewoon voorzichtig te ondervragen, iedere keer dat een of andere melkmuil de stoute schoenen aantrok en haar chocolade of bloemen stuurde. Het was altijd tevergeefs en langzamerhand gebeurde het ook niet meer zo vaak. Hoe had ze ook de een boven de ander kunnen verkiezen als ze allemaal tegen haar praatten alsof ze nog nooit een krant had gelezen?

Uit: De tijd die nodig is