woensdag 17 september 2014

Arne Westerman


Philip Roth

  'Hier,' zei Theresa tegen me, en gaf me een plakje kauwgom.
  'Dank je,' zei ik.
  'Het is jouw stuiver,' zei ze, veelbetekenend. En toen tegen Fluke: 'Je ziet er niet naar uit dat je je overwerkt.'
  'Er begint weer een malaise. Lees jij geen kranten?'
  'Ik lees zat kranten,' antwoordde ze.
  'O jááá?' zei Fluke, en weer kijkt hij naar mij alsof ik haar tot die gevaarlijke gewoonte had gebracht.
  'Ik lees de Tribune,' zei Theresa. 'Ik lees de Sun-Times, en ik lees de Chicago Maroon, waar jullie hier waarschijnlijk nog nooit van gehoord hebben.' Het laatste blad dat ze noemde was het studentendagblad van de universiteit.
  'Je bent een groot lezer,' zei Fluke.
  Verscheidene minuten lang stonden we tot onze knieën in het kielzog van die gedachtenwisseling. Theresa plukte het papiertje van haar plakje kauwgom, een handeling waar we allemaal overdreven veel aandacht aan besteedden.

Uit: Laat maar gaan